De WHO geeft het advies om minimaal zes maanden borstvoeding te geven en een baby de eerste zes maanden op de kamer van de ouders te laten slapen. Dit blijkt in de praktijk lastig te zijn! Zo geeft nog slechts 19% van de Nederlandse moeders na zes maanden nog volledig borstvoeding. Waarom kiezen ouders wel of juist niet voor borstvoeding en samen slapen?
Werk-privé balans
Een van de redenen is wellicht werk. Tijdens de COVID-19 pandemie waren ouders veel vaker thuis dan voorheen. De kinderopvang was gesloten en ouders werkten vaker thuis. Ook hun uren waren flexibeler. Wij vroegen ons af of dit invloed had op hoe lang moeders borstvoeding gaven en hoe lang baby’s op de kamer van hun ouders sliepen.
Langer samen slapen?
Uit ons onderzoek bleek dat moeders even lang borstvoeding gaven als voor de pandemie (gemiddeld 3,5 maand). Ouders leken wel langer de kamer te delen met hun baby (gemiddeld 4 maanden), al kunnen we dit alleen vergelijken met gegevens uit 2006. Komt deze stijging dus door de pandemie? Of vond deze al voor 2020 plaats?
Opleiding en aantal kinderen
Ook vonden we dat hoger opgeleide vrouwen en vrouwen met meerdere kinderen langer borstvoeding gaven én langer samen sliepen. Opmerkelijk genoeg stopten gezinnen die in de perinatale periode meer ondersteuning kregen vanuit de gezondheidszorg eerder met het delen van een kamer. Mogelijk ervoeren zij uitdagingen die (ook) het samen slapen moeilijker maakten.
Ouders ondersteunen
Al met al bleek het ook tijdens de pandemie lastig om de WHO-aanbevelingen op te volgen. Hoe kunnen we ouders het beste ondersteunen om deze adviezen op te volgen? Daar is meer onderzoek voor nodig!
Wij willen alle gezinnen bedanken die tijdens een ongelooflijk uitdagende tijd deelnamen aan ons online onderzoek!