Als je in de spiegel kijkt, dan zie je jezelf. Dat klinkt heel vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Jonge kinderen van 1.5 lijken zichzelf namelijk niet altijd te herkennen als ze in de spiegel kijken. Maar is dat wel echt zo, vroegen wij ons af. Kunnen jonge kinderen zichzelf echt niet herkennen als ze in de spiegel kijken of herkennen ze zichzelf wel, maar laten ze dit niet zien in hun gedrag?
Wie ben ik?
Wij zochten dit uit door met EEG te bekijken hoe de hersenen van jonge kinderen reageren bij het zien van zichzelf. De kinderen die meededen aan het onderzoek kregen foto’s te zien met daarop verschillende gezichten. Deze gezichten waren of van henzelf, van een ander kind, van hun ouder/verzorger of van een onbekende volwassene. De hersenen reageerden sterker op hun eigen gezicht dan op andermans gezicht. Dat betekent dat kinderen zichzelf herkennen!
Spiegeltje spiegeltje aan de wand
De kinderen kregen ook de klassieke ‘spiegel-test’, waarbij ze een rode stip op hun neus kregen en daarna in de spiegel keken. We gaan er vanuit dat kinderen zichzelf hebben herkend wanneer ze hun naam zeiden, of hun neus aanraakten bij het zien van hun eigen spiegelbeeld. Slechts de helft van de kinderen ‘slaagde’ voor de spiegeltest en herkende zichzelf in de spiegel.
Het hersensignaal liet dus zien dat de kinderen zichzelf herkenden, zelfs als dat niet tot uiting kwam in hun gedrag (de spiegeltest). Kinderen lijken dus op deze leeftijd meer over zichzelf te weten dan ze in hun gedrag laten zien!
Stapel, J.C., van Wijk, I.C., Bekkering, H. & Hunnius, S. (2017). Eighteen-month-old infants show distinct electrophysiological responses to their own faces. Developmental Science, 20, e12437.